Wijzigen van de werkomgeving

Registreren van een extern programma

U kunt een extern programma vooraf registreren om een beeld te bewerken dat werd bekeken met het geregistreerde programma. U kunt maximaal drie programma's registreren.
Volg de procedures op deze pagina om een extern programma toe te voegen of te verwijderen.

Wanneer u de software voor de eerste keer start

Als Adobe Photoshop CC, Adobe Photoshop Elements of een ander programma voor het bewerken van afbeeldingen op uw computer is geïnstalleerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven waarin u wordt gevraagd om Photoshop als een extern programma te registreren. Selecteer [Ja] om een beeld dat is gewijzigd met Image Data Converter te verwerken of te bewerken met een extern programma.
  1. Klik op [Instellingen] vanuit het menu [Extra].
    Het venster [Instellingen] wordt weergegeven.
    De geregistreerde programma's voor het bewerken van beelden worden weergegeven in de [Geregistreerde programma's] lijst van het tabblad [Externe programma's].

    image

  2. Klik op [Toevoegen] om een nieuw programma toe te voegen of [Bewerken] om een geregistreerd programma te bewerken.
    Het venster [Extern programma] wordt weergegeven.

    image

    Naam/Programmabestand In het tekstvak [Naam] wordt de naam van het geregistreerde programma weergegeven. In het vak [Programmabestand] wordt de directory weergegeven waarin het programma zich bevindt. Om de instellingen toe te voegen of te bewerken, klikt u op [Bladeren] en geeft u het externe programma op dat moet worden geregistreerd.
    Overdrachtsformaat Specificeer het bestandsformaat of andere instellingen die gebruikt moeten worden wanneer een beeld naar een geregistreerd programma wordt gestuurd.
    • [Bestandsformaat]: Selecteer formaat [JPEG] (voor datacompressie van beelden) of [TIFF] (voor het afdrukken met hoge kwaliteit).
    • [Bitdiepte] (uitsluitend voor Tiff): Kies voor de bit-diepte van de gegevens uit [8-bit] of [16-bit].
    • [Kleurruimte]: Selecteer [sRGB] of [AdobeRGB].
    • [Compressie] (uitsluitend voor JPEG): Specificeer het compressieniveau. Hoe sterker de compressie, hoe kleiner de bestandsgrootte. Hoe zwakker de compressie, hoe hoger de beeldkwaliteit.
  3. Klik op [OK] als de instellingen voltooid zijn.
  4. Om een map te wijzigen die het bestand bevat dat naar het externe programma moet worden gestuurd, klikt u op [Bladeren] bij [Opslaan in] en selecteert u de gewenste map.
  5. Klik op [OK] als de instellingen voltooid zijn.